Moqtada al-Sadr en Iran: een langdurige haat-liefdeverhouding

Door Elijah J. Magnier: @ejmalrai

De leider van de Iraanse revolutie Sayyed Ali Khamenei ontving op de 10de dag van Muharram, de Iraakse leider Sayyed Moqtada al-Sadr, die werd begeleid door brigadegeneraal Qassem Soleimani, hoofd van de Iraanse Revolutionaire Garde – Quds Brigade (IRGC-QB) en in aanwezigheid van de IRGC-cstafchef Hossein Salame. Het bezoek – en vooral de fotoshootmet Al-Sadr en de Iraanse leider samen met Soleimani en Salame – is een Iraanse boodschap ge richt aan Saoedi-Arabië. 

In juli 2017 gaf Saoedi-Arabië een foto vrij waarop Sayyed Moqtada al-Sadr met de Saudi-kroonprijs Mohammad Bin Salman poseerde. De al-Sadr-Bin Salman bijeenkomst was bedoeld om Iran en de ‘As van het Verzet’ te overtuigen van een Saoedische doorbraak in de achtertuin van Iran, en de vangst van een van – wat Saudi-Arabië misschien geloofde- een van de pijlers van deze ‘As’ in Irak. Moqtada gaf, zij het ongewild, signalen vrij aan diegenen die zijn ‘politieke stijl’niet kenden, als een ‘nieuwe’richting van al-Sadr, weg van Iran en dichter bij Saoedi-Arabië. Teheran kaatst nu de bal terug naar het Saoedische  hof. Al-Sadr zelf heeft een geschiedenis van onvoorspelbaar gedrag en inconsequente politieke lijn. Hij heeft Iran in veel omstandigheden bekritiseerd zonder noodzakelijkerwijs pro Saoedi-Arabisch te zijn. Wat is de werkelijke positie van Moqtada en waarom deze ‘politieke sprong’van het ene uiterste naar het andere?

Het heeft allemaal te maken met de geschiedenis van Iran in Irak vlak na de Amerikaanse bezetting van het land, en in het bijzonder met de benadering van al-Sadr en zijn groep sinds 2003. Toen Moqtada al-Sadr de Amerikaanse bezetting afwees, vond Iran Moqtada bijzonder aantrekkelijk om te ondersteunen. Hij is een sjiitische geestelijke, een Sayyed (afstammeling van de profeet) en een lid van de bekende en respectvolle familie al-Sadr met wortels in Iran, Irak en Libanon. Ook geniet Moqtada de steun van honderdduizenden volgelingen die hij van zijn vader Sayyed Mohammad Sadeq heeft geërfd, vooral onder de Zuid-Iraakse armen en in de stad al-Sadr, een voorstad van Bagdad. 

Toen de VS Irak in 2003 bezetten, vreesde Teheran dat het zich tegen zijn bondgenoten in Syrië en Libanon zou keren en uiteindelijk Iran zelf zou aanvallen nadat het zijn aanwezigheid in Mesopotamië had geconsolideerd. Het was noodzakelijk om de Amerikaanse troepen in Irak te verslaan en hun uitbreidingsplannen te stoppen of op zijn minst hun vertrek af te dwingen. Iran steunde het Iraakse verzet tegen de bezettingstroepen en droeg zijn ervaring over en financieel bij aan degenen die een einde wilden maken aan de Amerikaanse controle over Irak.

Niet dat Moqtada veel is veranderd sinds 2003 – hij was toen erg jong en onervaren, maar meer dan tien jaar later zijn zijn manieren om zijn politieke aspiraties waar te maken nog steeds amateuristisch. In 2004 nadat hij de controle over Najaf over had genomen, installeerde hij controleposten in de stad. Ook in de al-Rasoul straat die leidt naar het huis van Sayyed Ali Sistani en het Imam Alimausoleum. Als buitenlander die door de straat liep, werd ik een keer tegengehouden door zijn gewapende tienermilitanten en werd ik pas vrijgelaten door de islamitische rechtbank, waar ik door Sayyed Hashem Abu Rgheef heen verwezen werd. 

Iran bereikte het hoogtepunt van zijn steun aan het leger van Moqtada (Jaish al-Mahdi) toen hij in augustus 2004 in confrontatie kwam met de Amerikaanse strijdkrachten in Najaf . Het bleef he, steunen toen Moqtada ermee instemde een nieuwe groep op te richten onder de naam Asaeb Ahl al-Haq en het commando gaf aan zijn assistent Sjeik Qais al-Khaz’ali. De groep werd opgeleid en gefinancierd door Iran via Abu Mahdi al-Muhandes, het huidige vice-hoofd van de “Popular Mobilisation Forces”(PMF). De Asaeb-groep was tot 2008, een jaar na de arrestatie van sjeik Qais al-Khaz’ali in Basra, verantwoordelijk voor verschillende succesvolle aanvallen tegen de Amerikaanse en Britse strijdkrachten.

In 2006 verhuisde Moqtada al-Sadr voor enkele jaren naar Iran uit angst vermoord te worden door de VS. Toch werd hij door de Iraanse autoriteiten als een lastige gast beschouwd. De IRGC-Quds Brigadecommandant Soleimani wist niet wat hij met hem moest aanvangen en ook niet hoe hij Moqtada tot “redelijkheid”kon bewegen. Terwijl hij in Iran was, had Moqtada het plan opgevat om Prins Bandar Bin Sultan te bezoeken op een moment dat de Saoedische prins de leiding had over de inlichtingendiensten was en de relaties tussen Iran en Saoedi-Arabië verre van hartelijk waren.

In 2008 heeft Iran de scheiding tussen de Asaeb Ahal al-Haq en Moqtada aangemoedigd. Het steunde sjeik Qais al-Khaz’ali volledige om alleen door te gaan met Asaeb. Iran organiseerde een nieuwe, aparte groep, genaamd Harakat al Nujabaa, onder leiding van sjeik Aqram. Het ondersteunde ook de ex-leider van Jaish al-Mahdi,Abu Mohammad Shibl al-Zaidi bij de vorming van zijn eigen groep, Kataeb Imam Ali.

De Sadristische leider was en is nog steeds een rebel, onvoorspelbaar in zijn politieke keuzes en maneuvers. Maar Moqtada is ook erg boos op Iran en beschuldigt Soleimani ervan verantwoordelijk te zijn voor de vele splitsingen in zijn organisatie. Hij grijpt elke gelegenheid aan om Iran aan te vallen. Soleimani zelf is echter slim genoeg om Moqtada “in te dammen”en hem dichterbij te brengen, ondanks de Sadristische politieke houding en keuzes. Soleimani organiseerde deze week een ‘toevallige ontmoeting’ in Teheran, tussen Moqtada en Sayyed Ali Khamenei tijdens de uitzonderlijke dag voor de sjiieten waarbij de moord in 680 (61ste jaar in de Islamitische kalender) op de derde sjiitische Imam Hussein Ibn Ali en veel leden van zijn familieleden en aanhangers in Karbalaa, Irak, een moord die over de hele wereld herdacht wordt.

Het is Iran’s manier om het hele Midden-Oosten te informeren. Lange tijd werd aangenomen dat Moqtada volledig anti-Iran was, waardoor de hoop werd gewekt dat de Golfstaten een sjiitische geestelijke met 54 zetels in het parlement aan hun zijde zouden hebben. De leiders van deze landen vergaten echter dat Irak de achtertuin is van Iran en dat Soleimani goed weet hoe hij het spel moet spelen.

Hoewel het politieke blok van Moqtada, Sa’iroun, meer zetels in het Iraakse parlemen heeft dan welke andere politieke groepering ook – zij wonnen 54 van de 329 zetels – is hij er niet in geslaagd om zijn beloften van hervormingen, technocratisch leiderschap en anticorruptiena na te komen. Het zou velen in zijn eigen kringen verbazen als hij na de volgende verkiezingen nog een derde van de zetels wint die hij vandaag in handen heeft. De groep van Moqtada is vandaag naar het imago van hun leider: ze zijn uitgedund en hebben geen duidelijke referentie en koers meer.

Vertaald door Francis J.

This article is translated for free to many languages by volunteers so readers can enjoy the content. It shall not be masked by Paywall. I’d like to thank my followers and readers for the confidence and support. If you likeit, please don’t feel embarrassed to contribute and help fund it for as little as 1 Euro. Your contribution, however small, will help ensure its continuity. Thank you.