Waarom is Sayed Muqtada al-Sadr de aartsvijand geworden van de meeste sjiitische politici?

Geschreven door – Elijah J. Magnier:

Vertaald door – Francis J.

Achtduizend tweehonderd drieënzeventig stembureaus werden zondag ingericht om 25 miljoen kiesgerechtigde Iraakse kiezers de kans te geven om uit 3227 kandidaten de 329 parlementsleden te kiezen. Irak maakt zich op om de resultaten bekend te maken van de vijfde verkiezingen Die staan voor het eerst onder toezicht van internationale waarnemers  In het verleden wezen Iraakse politici die af onder het voorwendsel van het behoud van de Iraakse soevereiniteit. Maar wat veel Iraakse politici het meest vrezen, en verwachten, is de overwinning van de Sadrist-leider, Sayed Muqtada al-Sadr. De Iraakse politici vrezen al-Sadr het meest vanwege zijn harde opstelling in tal van politieke kwesties, waarvan de binnenlandse politiek en de betrekkingen met andere landen, waaronder de directe buurlanden, de belangrijkste zijn.

De internationale media schreven vaak over Sayyed Muqtada en zijn verschillende politieke standpunten die zijn tegenstanders gebruikten om hem te bekritiseren omdat zij zich niet bewust waren van de politieke visie en positie die hij voor Irak wil. Wat is de werkelijke politieke visie van Sayyed Muqtada? En waarom is hij de aartsvijand geworden van sjiitische politici in Irak, die een felle mediaoorlog tegen zijn aanhangers voeren?

Sayed Muqtada al-Sadr is de jongste zoon van wijlen Marja’, Sayyid Muhammad Sadiq al-Sadr, die door het regime van Saddam Hoessein werd vermoord. Hij erfde van zijn vader een solide en omvangrijke populaire achterban, voornamelijk onder de arme sjiieten, die hem een absolute loyaliteit betonen.

Toen de VS Irak in 2003 bezette, had de jonge Muqtada niet de politieke ervaring om een enorm populaire partij te leiden die absolute trouw aan de familie al-Sadr verklaarde. (Voormalig) premier Ibrahim al-Jaafari, Ahmed al-Shalabi (een van de sleutelfiguren die de VS ertoe hebben aangezet Irak te bezetten). Een groot aantal politici in Irak benaderde hem in de hoop veel van zijn aanhangers te kunnen inpalmen. Niemand was even populair en had zo’n aanzienlijk loyale achterban als Sayed Moqtada.

Sayed Mohamad Sadeq al-Sadr had kritiek op het zwijgen van het oppergezag in Najaf, dat hij de “zwijgende Marjaiya” noemde: hij noemde zichzelf de “vocale Marjaiya”. Zijn kritiek was vooral gericht tegen de religieuze leiders die hadden nagelaten zich te verzetten tegen de tirannie van Saddam Hoessein. Sayed Mohammad’s zoon, Muqtada, trad in de eerste jaren van de Amerikaanse bezetting in de voetsporen van zijn vader en droeg de witte sluier, waarmee hij zijn vader imiteerde als teken van zijn bereidheid om te sterven als dat de prijs zou zijn voor de waarheid waarin hij geloofde.

In de beginjaren van de bezetting nam Sayed Muqtada de controle over van de stad Najaf en van “Saddam’ City”, omgedoopt tot “Sadr City”, in Bagdad, de grootste wijk in de Iraakse hoofdstad. Sayyed Muqtada ontpopte zich als de eerste religieus-politicus van de sjiieten, die de Amerikaanse bezetting openlijk veroorddeelde en eiste dat die Irak zouden verlaten. Dit was op een moment dat de meeste sjiitische politieke partijen de Amerikanen toejuichten en hun troepen als partners beschouwden. Sayyed Moqtada staat bekend om zijn veerkracht, om niet te zeggen zijn verzet, tegen de Amerikaanse bezettingstroepen. Hij was de pionier die harde kritiek uitte op de eerste Iraakse premier in de interim-regering die door de Amerikaanse bezetting was ingesteld, Iyad Allawi.

Zo werd Sayed Muqtada het eerste symbool van achtergestelde Irakezen en het symbool van verzet tegen de Amerikaanse bezetting, vooral nadat de Amerikaanse civiele bestuurder, Paul Bremer, had besloten Muqtada’s “Al Hawza krant” te sluiten. Het besluit van Bremer was vooral het gevolg van de harde kritiek op de door de VS benoemde Iraakse regeringsraad, die door Sayed Muqtada werd afgewezen en publiekelijk aangevallen.

De jonge Sadrist-leider was de eerste die opriep tot de beëindiging van de bezetting door het gebruik van geweld dat hij bepleitte vanuit de Kufa Moskee, waar zijn vader Saddam Hoessein had uitgedaagd. Sayed Muqtada riep ook op tot de noodzaak van volledig vrije en eerlijke verkiezingen en het kiezen van een Irakees parlement dat verantwoordelijk zou zijn voor het opstellen van de grondwet en het benoemen van de volgende regering.

Sayed Muqtada vormde het “Mahdi-leger” dat zich verspreidde over Najaf, Basra, Amarah, Nasiriyah en Kut, tot verrassing van de Amerikaanse bezettingstroepen in die tijd. Hun bewapening was summier in vergelijking met die van de VS, het sterkste leger ter wereld. Dit weerhield Sayed Muqtada er echter niet van om zijn vijandigheid tegen de VS te verkondigen en een tweede oorlog te voeren in de heilige stad Najaf. Toen de eerste oorlog in Najaf uitbrak, kenden Sayed Muqtada en zijn aanhangers weliswaar de kunst van het oorlogvoeren niet, maar zij waren gewapend met het geloof en de wil die nodig waren om de confrontatie met de bezetter aan te gaan. De Amerikaanse onderkoning Paul Bremer besloot Sayed Muqtada te arresteren of te doden.

De wil om de VS te bestrijden trok Iran aan, dat wijlen Hajj Abu Mahdi al-Muhandis naar Najaf stuurde om de hulp van de “Islamitische Republiek” aan te bieden bij het bewapenen en opleiden van de Sadristen, zolang de haat tegen de VS maar gedeeld werd.

Sayed Muqtada richtte de “speciale strijdkrachten” op en vormde vervolgens in het geheim een groep genaamd “Asa’ibAhl al-Haq”, waarvan de leiding werd gevormd door de voormalige woordvoerder van de beweging, Sheikh Qais al-Khazali en zijn toenmalige plaatsvervanger, Sheikh Akram al-Kaabi. Sjeik Khazali opereerde onder het bevel van Sayed Muqtada en binnen zijn kring, nadat de Sadristische leiding Najaf had verlaten voor Bagdad aan het einde van de gevechten van Najaf.

Sayed Muqtada reisde heen en weer naar Iran omdat hij ervan overtuigd was dat de Amerikaanse bezettingsmacht hem wilde vermoorden. Maar de VS kenden de Iraakse binnenlandse dynamiek niet; daarom kwam de samenzwering tegen Sayed Muqtada in de eerste plaats van Iraakse politici. Het advies van Iraakse politici die de VS steunden was dan ook specifiek, dat Sayed Muqtada een bedreiging vormde vanwege zijn politieke ideeën en zijn afwijzing van de invloed van welk land dan ook op Irak. Bijgevolg zou het doden van Sayed Muqtada veel Irakezen hebben getroost en zijn aanhangers hebben kunnen verbrokkelen.

De VS hielden nauwlettend in de gaten hoe Moqtada al-Sadr in de beginjaren Hezbollah in Libanon steunde, hoe dicht Iran bij Moqtada’s groep stond, hoe hij de confrontatie met de Amerikaanse aanwezigheid en hegemonie aanging, en hoe populair hij was. Dit waren meer dan genoeg elementen om een poging om van hem af te komen te rechtvaardigen.

Toen de confrontatie met de VS een lelijke wending nam en de Sadristen werden opgejaagd door de plaatselijke veiligheidstroepen die door de Amerikanen werden gesteund, zocht Sayed Moqtada zijn toevlucht in Iran. Ondanks zijn aanwezigheid in Iran heeft de Sadrist-leider zich nooit neergelegd bij de wensen van de Iraanse leiders en is hijn , tot groot ongenoegen van zin Iraanse gastheren naar Saoedi-Arabië gereisd om de felle vijand van Iran, prins Bandar Bin Sultan, te ontmoeten. Dit heeft Iran ertoe aangezet te trachten de Sadrist-beweging te splitsen door sjeik Akramal Kaabi te steunen en hem aan te moedigen zijn partij, de “Al-Nujaba Beweging”, te vormen, zoals het dat ook heeft gedaan met sjeik Khazali, die de “Asa’ib Ahl al-Haq”-groep heeft gevormd, beide partijen komen uit de schoot van de Sadrist-basis. En in een beweging die niets te maken had met de rol van Iran, nam Sjeik Muhammad al-Yaqoubi, die ooit deel uitmaakte van de intime kring rond Moqtada’s vader, een deel van de Sadristen over en vormde de al-Fadilah partij.

De door Iran aangemoedigde splitsing maakte Sayed Muqtada woedend, die vasthield aan zijn campagne en de Iraanse leiders vroeg zich niet langer te bemoeien met “Irak’s zaken”. Wat Sayyid Muqtada’s over de afsplitsing van de dissidenten betreft, is zijn standpunt altijd als volgt geweest: niemand in de Sadrist-beweging is verplicht om onder mijn commando te blijven. Wie wil vertrekken kan dat doen; dit zal de grote basis van de Sadristische beweging niet ernstig aantasten.Door zijn grote populariteit, die die van elke andere partij overtreft, is de meer politiek ervaren Sayed Muqtada de dominante kracht in de Iraakse arena gebleven. Hoewel hij de verklaarde vijand is van de Amerikaanse bezettingstroepen, is hij bereid nauw samen te werken met de VS na de 

Subscribe to get access

Read more of this content when you subscribe today.

Advertisements
Advertisements
Advertisements