
Geschreven door – Elijah J. Magnier:
Vertaald door – Francis J.
Hoewel China een relatief ” terughoudende deelnemer ” is in de politiek van het Midden-Oosten, wordt de hegemonie van de VS, die exclusiviteit claimt van de meest “gehoorzame” Arabische landen – die passen binnen haar strategische invloedssfeer – erdoor in het gedrang gebracht. Het verontrustende voor de VS is dat Peking een ander model wil voorleggen dat de mislukte militaire ervaringen van de VS in vele oorlogen en pogingen tot directe politieke inmenging waarmee zij de laatste decennia hun voordeel wilden halen.
China hoopt op een niet-agressieve economisch-politieke doorbraak in het Midden-Oosten via een minder gewelddadig en duidelijker model dan het Amerikaanse. China heeft een grote kans van slagen omdat men zich in dat deel van de wereld steeds meer bewust wordt van de noodzaak om hun internationale betrekkingen en handel te diversifiëren. Het versterkt de context van het streven van de landen in het Midden-Oosten om hun afhankelijkheid van de VS en hun westerse partners te verkleinen.
Bovendien hebben het verwoestende effect van de VS-interventies en het grote aantal doden dat de VS-troepen daarbij hebben veroorzaakt, bij een groot deel van de bevolking grote verbittering gewekt, en zelfs zozeer dat de reguliere en sociale media het bewijs van de wandaden van de VS niet langer kunnen verbergen. Peking benadering is anders. Het mengt zich niet in de aangelegenheden van andere staten. Het streeft naar een beleid van “nul vijanden”, niettegenstaande enkele (bescheiden) militaire interventies in verschillende delen van de wereld. China heeft echter geen enkel land met militaire actie of sancties bedreigd. In tegenstelling tot Washington is China zich nooit in de positie geplaatst om met de “verdediging van de mensenrechten” te gaan zwaaien en om daarmee staten te intimideren of druk gebruikt om zijn invloed te doen gelden.
Het Chinese leiderschap kijkt naar de internationale politiek en dynamiek en observeert de landen en volkeren die geconfronteerd worden met ‘s werelds machtigste militaire macht en hoe zij in opstand kwamen en de Amerikaanse hegemonie uitdaagden. Bijgevolg heeft China zich geen toegang verschaft tot het Midden-Oosten om te “plunderen” wat Amerika in zijn “mand” verzamelt. In plaats daarvan roept het op tot partnerschap met de olierijke landen die de primaire energiebron bezitten die nodig is voor China’s industrieën. Bovendien is China op zoek naar meer markten voor zijn industrieën en producten.
Waar Peking in gelooft, sluit aan bij de aspiraties van de meeste landen in het Midden-Oosten. China is van mening dat stabiliteit in het Midden-Oosten economische dynamiek vereist, het veiligstellen van werkgelegenheid, de aanleg van vitale infrastructuur en het verstrekken van onderwijs en gezondheidsdiensten voor iedereen. Dit helpt, in het perspectief van China, landen om te groeien en voorkomt de migratie van hun bevolking naar het westen of naar olierijke landen. Omdat het nabijgelegen Europese continent het meest te lijden heeft onder de immigrantenstroom, sluiten de Chinese doelstellingen aan bij de wens van de Europese landen om de bevolking van het Midden-Oosten te steunen, maar zonder de hegemonie van de VS te steunen. Via financieringen en leningen van de door de VS gedomineerde Wereldbank verspreidde de VS hun onderdrukkende invloed over armere landen in het Midden-Oosten. Ook hebben de VS, door gebruik te maken van de angst voor Iran en de bezorgdheid van bepaalde koninkrijken voor hun tronen, militaire bases in vele landen van het Midden-Oosten gebouwd. Daarnaast legden de VS strenge sancties op om zwakke en recalcitrante staten te destabiliseren. Uiteindelijk slaagden de VS er niet in om met dergelijke methodes hun doelstellingen te bereiken, zodat China lering kon trekken uit de talrijke fouten van Washington en deze kon vermijden.
Het is normaal dat China bezorgd is over de pogingen van de VS om zijn binnenlandse eenheid en veiligheid te destabiliseren door met de kaarten “democratie” en “mensenrechten” te zwaaien. Maar de VS hebben een duurzame relatie met vele dictators en hardvochtig heersende monarchieën. De “mensenrechtenkaart” wordt echter eerder gepolitiseerd en niet uit principe getrokken. De vrees van Peking is legitiem omdat Washington een lange ervaring heeft opgedaan met het aanmoedigen van de “kleurenrevolutie” om regimes overal ter wereld omver te werpen. De VS slaagden er echter niet in vrede te bereiken daar waar hun soldaten in een oorlog verwikkeld waren.
China’s onvermogen om solide binnenlandse of internationale media te lanceren die zijn beleid ondersteunen of de honderden essentiële projecten promoten waarbij het wereldwijd betrokken is, of het Chinese model te presenteren in ruil voor het mislukte Amerikaanse model, is “zichtbaar door zijn afwezigheid” in het Midden-Oosten.
China’s geschiedenis met de Arabische wereld
Tweeduizend jaar geleden had de Han-dynastie sterke banden met het Midden-Oosten. De oude handelsroutes die het Oosten met het Westen verbond en bekend staan als de “Zijderoute”, zijn altijd gebruikt gebleven. Na de stichting van de Volksrepubliek China in 1949, tijdens het tijdperk van Mao Zedong concentreerde China zich prioritair op het binnenland en zijn omgeving. Dit beleid verzwakte de relatie met het Midden-Oosten tot Deng Xiaoping (1978-1989) het leiderschap op zich nam. Hij begin de relatie te verbeteren na de trage binnenlandse economische hervormingen. China’s behoefte aan olie (60 procent van zijn olie komt uit het Midden-Oosten) en de koopkracht van de Arabische en West-Aziatische landen in het algemeen, hebben de Chinese leiders ertoe aangezet dit deel van de wereld meer aandacht te geven in hun export van goederen. Bijgevolg is China uit het isolement gestapt dat het zichzelf had opgelegd.
Toen president Hu Jintao aan de macht kwam (2002-2012), sloot China vrijhandelsovereenkomsten met de landen van de Samenwerkingsraad van de Golf. In 2004 werd het Chinees-Arabisch Samenwerkingsforum (CASCF) opgericht; vervolgens steeg het aandeel van de Chinese handel en investeringen met het Midden-Oosten van 1 miljard in 2005 tot 11 miljard in 2009.
Het “nieuwe China
In 2013 lanceerde president Xi Jinping zijn belangrijkste en meest ambitieuze economische strategie om de oude “Zijderoute” nieuw leven in te blazen en uit te breiden. Hij noemde het het “Belt and Road Initiative” (BRI) van de 21e eeuw over land en over zee om China met Afro-Eurazië te verbinden en zo meer dan 60% van de wereldbevolking met elkaar te verbinden. Dit kolossale project zou China in staat stellen de Europese Unie en de VS, die lange tijd de economische wereldmacht domineerden te overvleugelen.
Het initiatief van China is erop gericht de cirkel te doorbreken die de VS met het “Parelsnoer” rond hun wateren hebben trachten te creëren en die tientallen havens in het westen van de Stille Oceaan/Oost-Azië verbindt met de Indische Oceaan, Afrika en Europa. Hierdoor kan China voet aan de grond krijgen in Afro-Eurazië en zijn “soft power” langs de drukste handelsroutes versterken. 90% van de Chinese olie-import, afkomstig uit Afrika en het Midden-Oosten, wordt immers via deze route aangevoerd. Bovendien wordt de jaarlijkse handel via de Zuid-Chinese Zee geraamd op 5 triljoen dollar, hetgeen meer dan de helft van het totale handelsvolume in de wereld vertegenwoordigt.
Bijgevolg wordt het Midden-Oosten beschouwd als een “strategische regio met topprioriteit” voor China om een nog belangrijker speler te worden. De investeringen van China in het Midden-Oosten bedragen reeds 177 miljard, waarvan 70 miljard alleen al met de landen van de Samenwerkingsraad van de Golf.
Het lijdt geen twijfel dat de staten van het Midden-Oosten China nodig hebben en omgekeerd. Peking heeft veel stappen ondernomen om binnen te geraken en heeft met veel energie getracht Libanon en Irak te bereiken door verleidelijke concepten voor te stellen voor projecten die de twee landen nodig hadden en nog steeds nodig hebben. De timing voor het aanbieden van belangrijke projecten was echter niet geschikt voor elk land: zij vreesden de reactie en de mogelijke toorn van de VS . En de VS weigerden in veel landen in het Midden-Oosten te ” wijken” voor China uit vrees voor de voor de hand liggende vergelijking die onvermijdelijk de VS en hun positie in dat deel van de wereld zou doen wankelen.
In feite kozen de VS de soorten steun die zij aan hun “vrienden” aanboden uit zonder noemenswaardige infrastructuurprojecten die die landen, zoals Libanon en Irak, nodig hadden waar Amerika tot op zekere hoogte de baas is. Dat zorgde voor een aanzienlijk gebrek aan tevredenheid onder de bevolking. Deze onhandige strategie, waarbij infrastructuur buiten beschouwing wordt gelaten, biedt China een gelegenheid om in plaats van overheidsinterventies civiele interventies te zoeken als verantwoorde toegang om in deze landen opnieuw te investeren en voet aan wal te krijgen. China zal veel staten begerig vinden naar een alternatief vanwege het niet-dominante karakter van zijn ontwikkelingsmodel dat binnen en buiten de cirkel van de Amerikaanse invloed ligt en in contrast daarmee wordt aangeboden.
China speelt een rol op het gebied van handel en commerciële activiteiten in de wereld en heeft een belangrijke politieke functie als permanent lid van de Verenigde Naties. Het versterkt zijn rol door in verschillende kwesties in het Midden-Oosten samen te werken met Rusland. De meest recente Russisch-Chinese interventies in de VN-Veiligheidsraad hielden verband met Libië, Syrië en het Iraanse nucleaire dossier. De VS rekenen immers op China om een positieve rol te spelen in de onderhandelingen met Iran over het nucleaire dossier. En het Chinees-Russische verzet tegen vele projectresoluties van de VS heeft veel van de agressieve sancties en militaire acties in het Midden-Oosten voorkomen.
President Xi Jinping en Beijing namen in 2016 deel aan de vredesmacht in Libanon. China stuurde zijn schepen naar de Golf van Aden om deel te nemen aan antipiraterijoperaties, bij besluit van de Verenigde Naties, zonder partij te kiezen of anderszins betrokken te raken bij conflicten in het Midden-Oosten. China heeft namelijk goede betrekkingen aangeknoopt met Hamas, Hezbollah, Israël, Iran en Saoedi-Arabië en handelsovereenkomsten gesloten met meer dan 15 Arabische landen.
China toont ook zijn militaire capaciteiten. Het heeft voor het eerst met Iran en Rusland gezamenlijke marine-oefeningen gehouden in de Golf van Aden om aan te tonen dat het zichtbaarder is geworden. Senegal heeft China ook gevraagd tussenbeide te komen om het terrorisme in de Sahel te bestrijden. China heeft meer dan 200 miljard dollar in Afrika geïnvesteerd, en de veiligheid van Afrika is een bron van zorg en belang voor Beijing. China heeft een indrukwekkend militair, marine- en raketarsenaal opgebouwd. Het heeft onlangs de meest geavanceerde ruimtevaartcapaciteit getest (met hypersonische raketten, die een duidelijk afschrikwekkend effect kunnen hebben op elk land dat het wil aanvallen).
China is ook naar Afrika getrokken om betrekkingen op te bouwen met Egypte en verschillende Afrikaanse landen. Het bouwde in 2017 een marinebasis in Djibouti en droeg bij aan de vredestroepen in Soedan. De Chinese “drakenschepen” bereikten de Syrische kusten van Tartus en Latakia tijdens de Amerikaanse bezetting van het noordoosten van Syrië.
China is sterk genoeg om elke vreemde mogendheid die geneigd is het land aan te vallen, te intimideren door het bezit van een paar honderd kernraketten. Toch kan het bij lange na niet wedijveren met het aantal kernbommen van de VS, ook al doet het aantal wapens er niet toe. De VS hebben tijdens de tweede wereldoorlog slechts twee bommen gebruikt op Hiroshima en Nagasaki. Zij waren voldoende om twee Japanse steden te vernietigen en het vernietigingsvermogen van de VS tegenover de burgerbevolking in geval van oorlog aan te tonen.
Aziatische Internationale Bank (AIIB)
Tijdens de koude oorlog profiteerde China van de nucleaire wedloop tussen de VS en Rusland om zijn economie te stimuleren en zijn doel te bereiken. Dankzij de Chinese rijkdom kon het kolossale projecten opzetten die van invloed waren op de wereldeconomie en de financiële wereld.
Zo kondigde China in 2013 de oprichting aan van de Aziatische Internationale Bank (AIIB), die vanuit Peking zal opereren en 104 leden telt, waaronder Saudi-Arabië, Egypte, Jordanië, Iran, Koeweit, Oman, Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein, met een kapitaal van 100 miljard dollar. Het concurreert met de invloed van de Wereldbank, die de VS hebben opgericht om landen hun economisch beleid op te leggen en zich met hun economisch-politieke zaken te bemoeien – een grotere impact dan om het even welke militaire interventie
Belangrijk is dat China een actieve rol speelt binnen de BRICS (Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika) en lid is van de Sjanghai Samenwerkingsorganisatie (China, India, Kazachstan, Kirgizië, Pakistan, Rusland, Tadzjikistan, Oezbekistan en Iran). Peking probeert partnerschappen en bondgenoten op te bouwen voor economische welvaart en versterking van zijn positie in de wereld.
Conclusie
In tegenstelling tot de Amerikaanse beleidsbasis, baseert China zijn huidige doelstelling op hernieuwde “partnerschapsstrategieën” met staten in het Midden-Oosten niet gebaseerd op expliciet kolonialisme of op het voeden van interne en sektarische verschillen en conflicten. China opereert als een supermacht, die een internationaal aanzien creëert dat het beschermt tegen inmenging van buitenaf in zijn binnenlandse aangelegenheden. Na decennia lang de deuren voor zichzelf gesloten te hebben, heeft het lering getrokken uit de fouten van andere grootmachten zoals de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten van Amerika. Het is bewezen dat militaire oplossingen zelden het gewenste resultaat opleveren.
Op dit moment mist China de ervaring en de besluitvaardigheid die nodig zijn om de harten en geesten te winnen van de mensen in het Midden-Oosten, die graag zaken willen doen met een economische supermacht die zichtbaarder is en er niet alleen op uit is om te onderzoeken wat er in hun zakken zit. Het beleid van China is er echter ongetwijfeld op gericht langzaam maar gestaag vooruit te gaan en zijn positie wereldwijd te consolideren alvorens een prominente speler te worden in verschillende windrichtingen, landen en gebieden.
Dit wekt ongerustheid in het centrum van de Amerikaanse regering, die zich nu zorgen moet maken over de hevige concurrentie van Rusland en China voor haar hegemonie. Logischerwijs zou Washington zich moeten realiseren dat het tijdperk van unilateralisme voorbij is en dat het huidige tijdperk van multipolariteit onvermijdelijk een realiteit is geworden.
De meeste landen in het Midden-Oosten zijn er niet aan gewend zichzelf te besturen zonder inmenging van buitenaf die hen de collectieve rol van “een orkest” doet spelen. Maar de Amerikaanse dirigent was, en is nog steeds, een deel van het probleem. De vraag blijft dus: Kan China de rol van dirigent spelen (in een rationelere vorm dan Amerika) zonder noodzakelijkerwijs zijn militaire kracht te tonen en zich hoofdzakelijk te verlaten op economische macht?
You must be logged in to post a comment.