Het dilemma van Al-Sadr en de vrees voor een inter-Shiitische confrontatie of het falen van Irak om zichzelf te herstellen



Geschreven door – Elijah J. Magnier:
Vertaald door – Francis J.

De zes raketten die de landingsbaan van de luchthaven van Bagdad raakten en een geparkeerd, niet meer in gebruik zijnd burgervliegtuig beschadigden, lijken niet gericht te zijn tegen de Amerikaanse strijdkrachten die in de buurt van de Victory-basis zijn gestationeerd, ver van de plaats waar de raketten neerkwamen. In plaats daarvan zou het wel eens deel kunnen uitmaken van het politieke proces en het scherpe geschil tussen sjiieten onderling. Dit dreigt uit te lopen op een politieke of militaire confrontatie, een conflict dat de uitdrukking zou kunnen zijn van de fricties tussen de sjiitische partijen. Is er een uitweg uit de verdere complicaties en onrust in Irak, of stevent Mesopotamië af op meer instabiliteit, of erger?

Sinds Sayed Muqtada al-Sadr zijn overwinning aankondigde als grootste parlementaire blok (73 afgevaardigden van de 329) en zijn recht om de volgende premier en plaatsvervangend voorzitter van het parlement en president te kiezen, begonnen er geschillen te ontstaan binnen de sjiieten in Irak. Deze meningsverschillen werden scherper nadat Moqtada al-Sadr herhaaldelijk had verklaard dat hij zou streven naar een nationale regering en niet naar een regering waarin de quota over de verschillende politieke partijen worden verdeeld. Sayed Moqtada hoopte de gebruikelijke verdeling die door alle voorgaande Iraakse regeringen werd gehanteerd bij de keuze van de premier en de andere leden van de regering, te doorbreken. 

Sayed al-Sadr’s objectieven kunnen echter niet altijd worden bereikt. Zij botsen met het feit dat hij een bondgenootschap moet sluiten met de soennieten en de Koerden en hun het door hen gewenste quotum moet geven om de reeds verkozen parlementsvoorzitter, Muhammad al-Halbousi, en de president, wiens verkiezing volgende maand op 7 februari is gepland, te laten voorgaan. Anders zal hij er niet in slagen de parlementaire meerderheid te behalen die nodig is (165 parlementsleden) om de leiders van het land te kiezen.

Het grote meningsverschil tussen de sjiitische partijen begon toen Sayed Moqtada alle sjiitische partijen – die zich verenigd hebben onder “het gecoördineerde kader” (CD) – opriep om samen met hem de nieuwe regering te vormen of een parlementaire oppositie te vormen. Al-Sadr stelde ook voor dat een eenwording tussen zijn Sadristen-beweging en de CD mogelijk was, op voorwaarde dat de voormalige premier Nuri al-Maliki buiten deze eenheid wordt gehouden. Indien dit niet mogelijk zou zijn, zei Sayed Moqtada dat zijn groep de oppositiegroep in het parlement zou kunnen worden.

De “CD” wees het aanbod af en bleef erbij dat al-Maliki recht heeft op drie ministeries in het nieuwe kabinet omdat hij 34 afgevaardigden aanvoert en dat het “kader” verenigd als één groep komt of helemaal niet komt. De vertegenwoordiger van de CD, Hadi al-Ameri, zei dat de parlementaire oppositie die gevormd moet worden, moet bestaan uit sjiieten, soennieten en Koerden. Het argument waarmee al-Ameriis Sayed Moqtada uitdaagt is dat de soennieten reeds hebben ingestemd met de vorming van één coalitie. Bijgevolg zal er geen soennitische parlementaire oppositie zijn en zullen de belangrijkste Koerdische partijen niet buiten de regering willen blijven. Daarom wordt wat Muqtada al-Sadr aanbiedt niet alleen als onrealistisch beschouwd in de optiek van het “kader” maar eerder als uitsluitend, waardoor de CD volledig van het politieke proces wordt geïsoleerd. De leden van de CD zullen dit niet aanvaarden noch eraan toegeven.

Subscribe to get access

Read more of this content when you subscribe today.

Advertisements
Advertisements
Advertisements