
Door Elijah J. Magnier: @ejmalrai
DXe gekozen premier Mohammad Allawi is mislukt door gebrek aan een parlementaire meerderheid. De selectie van zijn nieuwe kabinet, zijn gebrekkige omgang met verschillende politieke partijen en zijn neerbuigende houding ten aanzien van met name soennieten en Koerden leverden hem afgelopen zondag de steun op van slechts 108 parlementsleden in het parlement. Hij had echter 165 van de 329 parlementsleden nodig.
De grootste fout van Allawi was het rekenen op de steun van Sayyed Moqtada al-Sadr, die hem in de beginfase had voorgedragen. De steun van Moqtada maakte Allawi overmoedig; hij slaagde er niet in om met andere politieke partijen in contact te komen, en dacht dat de steun van Moqtada genoeg zou zijn om te regeren. Sayyed Moqtada had inderdaad de leiding van de Iraakse organisaties gekregen na de Amerikaanse drone-moord op de Iraanse brigadegeneraal Qassem Soleimani en de Iraakse commandant Abu Mahdi al-Muhandes en hun metgezellen. De Iraanse en Iraakse leiders erkenden op dat moment het leiderschap van Moqtada om de sjiieten van Irak te verenigen erkend. Het was Moqtada die Allawi aanduidde, en de meeste sjiitische groepen aanvaardden de keuze destijds.
Op dat ogenblik was de Iraakse straat aan het kolken en in opstand gekomen tegen de corruptie, tegen het wanbeleid van politieke leiders die de macht onder elkaar verdelen, en tegen het gebrek aan werkgelegenheid en overheidsdiensten. Sayyed Moqtada sloot zich aan bij de menigte en probeerde de straatprotestbeweging te recupereren alsof hij er de leider en aanstichter van was geweest.
De realiteit is anders. Vroeger, toen Nuri al-Maliki, Haidar Abadi en Adel Abdel Mahdi, Irak regeerden, was de favoriete hobby van Sayyed Moqtada het optrommelen van een miljoen mensen om te protesteren op zijn favoriete plek, de groene zone in Bagdad. Moqtada wilde met zijn publieke ondersteuning paraderen, zowel bij de minister-president in functie als bij de buitenlandse missies en de regering. Moqtada speelde dit spel regelmatig, met name tijdens de laatste verkiezingen, toen professor Sheikh Ali Smeism, een van de leiders van de Sadrist, de verkiezingscampagne van Moqtada leidde. Op dat moment wist hij de steun van vele fracties aan te trekken om 53 parlementsleden in het parlement verkozen te krijgen.
Tijdens Adel Abdul Mahdi’s ambtstermijn als voorzitter van de Raad van Ministers hoopte de Marjaiya in Najaf dat Moqtada al-Sadr de nieuwe minister-president ten minste een jaar lang zonder grote protesten in de groene zone zou laten regeren. Sayyed Moqtada verloochende zijn belofte na enkele maanden en riep op tot demonstraties tegen Abdel Mahdi in de groene zone. Dergelijk machtsvertoon heeft nu echter een averechtse uitwerking gekregen. Hij maakt nu deel uit van het systeem en heeft het grootste aantal parlementsleden, ministers, kabinetsleden en ambassadeurs. De mensen op straat staan dus niet langer onder controle van Moqtada en eisen dat alle politieke leiders stoppen met het opleggen van hun wil aan de regering en met het verdelen van de macht onder elkaar.
Moqtada al-Sadr en zijn groep – genaamd “de blauwe hoeden” – stuurden tegelijkertijd de aanvallen op en het “beschermen” van de demonstranten. Niemand in Irak, behalve Sayyed Muqtada, durft te demonstreren voor regeringsgebouwen of in botsing te komen met grote en machtige sjiitische partijen. Dit is niet omdat hij de meest invloedrijke organisatie heeft, maar omdat hij niet wordt geremd door religieuze of nationale overwegingen zoals andere sjiitische partijen. Daarom hebben alle groepen in de eerste jaren van de Amerikaanse bezetting van Irak geprobeerd om niet met Sayyed Moqtada in botsing te komen. De situatie is vandaag de dag veranderd, gezien veel sjiitische groepen nu goed zijn uitgerust en bewapend. Toch geven ze er de voorkeur aan om, hoewel hij niet meer zo gevreesd wordt als voorheen, niet met Moqtada in conflict te komen. Irakezen noemen hem “de surfer.”
Toen generaal-majoor Soleimani (die geen goede relaties had met de onstabiele Moqtada) werd gedood, liet de Iraanse leiding Moqtada geloven dat hij de “Rahbar” (leider) van Irak was om zijn tegenstrijdige gemoedstoestanden te milderen. Moqtada stelde al snel voor om Mohammed Allawi aan het hoofd van de regering te plaatsen. De meeste sjiitische partijen kwamen overeen om Allawi te steunen. De problemen begonnen echter toen Allawi er niet in slaagde om met de belangrijkste (Soennieten en Koerden)partijen overleg te plegen bij het samenstellen van zijn kabinet. Hij negeerde ook andere Sjiitische organisaties binnen de Veroveringscoalitie (Al-Fateh) omdat Hadi al-Amiri hem absolute steun had beloofd.
Allawi negeerde het feit dat Al-Sadr veel van zijn prestige heeft verloren en dat mensen en organisaties niet langer bang zijn om hem onder ogen te komen of het met hem oneens te zijn. Ook Al-Amiri heeft geen controle over de Al-Fateh (en zelfs niet over de Badr-organisatie). Al-Amiri is een honorair president, die deels wordt gerespecteerd voor de voorgeschiedenis van de strijd tegen Saddam Hoessein.
Door de steun van al-Ameri en al-Sadr te verwerven, veronderstelde Allawi ten onrechte dat hij niemand anders meer nodig had. Sadr vertelde Allawi dat hij alle vertegenwoordigers met geweld naar het Parlement zou halen om hem te legitimeren. Allawi negeerde verzoeken van de soennitische en Koerdische partijen en behandelde hen neerbuigend. Hij maakte ook Nuri Al-Maliki, Faleh Al-Fayyad en andere sjiitische partijen boos.
Allawi presenteerde zijn kabinet zonder overleg te plegen of te communiceren met politieke partijen en verloor daarmee zijn politieke steun. Allawi negeerde de demonstranten, die jongere ministers willen die hun situatie begrijpen en niet buiten Irak leven. Muqtada rijdt nooit op een verliezend paard, ook al heeft hij ervoor gekozen. Met de steun van slechts twee mensen (Al-Amri en Al-Sadr) is Allawi er niet in geslaagd om zelfs onder de sjiieten een consensus te bereiken.
Vandaag is de speurtocht naar een nieuwe kandidaat begonnen. Namen als Abdel-Wahab Al-Saadi worden genoemd. Hij verwierf grote populariteit tijdens zijn strijd aan het hoofd van de “Gouden Divisie” tegen ISIS bij de bevrijding van Irak. Al-Saadi heeft echter geen schijn van kans omdat hij een militair is, en Irakese politici hebben beloofd geen enkele militaire kandidaat als premier te steunen.
Andere namen zoals Mustafa al-Kazimi (hoofd van de inlichtingendienst), Ahmed al-Asadi en Muhammad al-Daradji worden ook voorgesteld, en dit is niet het einde van de lijst. Maar Moqtada Al-Sadr heeft nog niemand genomineerd.
Wat de Marjaiya in Najaf betreft, die zal zwijgen omdat het zeker is dat er geen hoop is op een beter bestuur zolang het quotabeginsel (dat ook de Libanese politiek heeft bedorven) in de Iraakse politiek heerst. De eisen van de straat kunnen de mentaliteit van de machthebbers, de politieke partijen die het Huis van Afgevaardigden controleren, niet te boven komen. Een vroege parlementsverkiezing zou de oplossing zijn.
Het zal niet gemakkelijk zijn voor Irak om politieke stabiliteit te bereiken. Er is een gebrek aan consensus onder de Irakezen zelf en een duidelijk gebrek aan vastberadenheid om de terugtrekking van de VS uit Irak op te leggen. De VS hebben gevraagd om een uitstel van 14 maanden voor de terugtrekking. Dit verzoek is verworpen in afwachting van de vorming van een nieuwe regering. President Barham Saleh heeft vanaf vandaag vijftien dagen de tijd om een nieuwe kandidaat te benoemen.
Vertaald door Francis J.
Dit artikel is door vrijwilligers gratis in diverse talen vertaald zodat de lezers de inhoud zouden kunnen waarderen. Het artikel mag niet worden afgedekt door een betaalmuur. Ik wil mijn volgers en lezers bedanken voor het vertrouwen en de steun. Als je het apprecieert, voel je dan niet verveeld om desnnods met slechts 1 euro bij dragen en de site te helpen financieren. Je contributie, hoe klein ook, zal bijdragen aan de continuïteit ervan. Dank je wel.
Copyright © https://ejmagnier.com 2020
Comments are closed.