Irak wordt geconfronteerd met een grote Amerikaanse dreiging: China, Hachd al-Chaabi en Iran eruit, of anders! (1/2)

Door Elijah J. Magnier: @ejmalrai

Irak is nooit eerder getuige geweest van een versnippering van deze omvang, die wordt gekenmerkt door een ongekende verdeeldheid tussen de verschillende politieke blokken in een parlementair systeem dat afhankelijk is van de consensus van de heersende parlementaire blokken. De Amerikaanse regering, die zich bewust is van het gebrek aan Iraakse eenheid, speelt een belangrijke rol door olie op het vuur te gieten. 

De Iraakse economie is voor 67 procent van haar begroting afhankelijk van olie. De waarde ervan is nu zo laag dat het een bedreiging vormt voor de Iraakse economie, en het is een factor geworden die de integriteit van het grondgebied in gevaar brengt. De verslechtering van de levensstandaard, een instabiele infrastructuur, het opkomende virus COVID-19 met zijn wereldwijde economische gevolgen, plus de verdeeldheid van partijen die hun aandeel in de regering van Irak willen hebben: dit alles draagt effectief bij aan de huidige instabiliteit van Irak.

Interessant is dat de VS een financiële beloning hebben uitgeschreve voor degenen die “informatie verstrekken over de activiteiten van de Hezbollah-medewerkers die verantwoordelijk zijn voor het Irakdossier, Sjeik Muhammad Kawtharani en zijn bondgenoten, en informatie over zijn modus operandi”. Dit is duidelijk te danken aan de invloed die hij heeft op het verenigen van de Iraakse sjiitische, soennitische en Koerdische politieke groeperingen en het faciliteren van de vorming van de regering. Het is evident dat de eenheid van de verschillende Iraakse krachten op dit moment tegen het belang van de VS indruist. 

De Amerikaanse regering heeft meerdere “projecten”, waaronder het behoud van haar troepen in Irak. Washington is niet bereid zich te houden aan het officieel bindende besluit van het Iraakse parlement om de Amerikaanse troepen uit Irak terug te trekken. De VS was duidelijk blij dat de Irakezen geen consensus vonden en moeite hadden bij het selecteren van een toekomstige premier en een nieuw kabinet.

Dit is al meerdere malen eerder gebleken, onder meer tijdens het bewind van ex-premier Nuri al-Maliki, toen Amerika weigerde de wapens te leveren waarvoor Irak in 2014 had betaald (toen ISIS een derde van het land aanviel en controleerde). Toen Adel Abdul-Mahdi in 2018 aan de macht kwam, viel Washington bovendien de Hachd al-Chaabi (Popular Mobilisation Units – PMU), de federale politie en het Iraakse leger aan bij al-Qaim aan de Syrisch-Irakese grens, terwijl het de beweging van de “Islamitische Staat” (ISIS) tussen de grenzen bewaakte. Daarnaast hebben de VS, die het luchtruim boven Irak controleren, Israël toegestaan om wapenvoorraden van de Irakese veiligheidstroepen te bombarderen. De Amerikaanse ambassadeur in Irak bevestigde aan Abdel Mahdi Israël de directe verantwoordelijkheid van Israël voor deze aanvallen, die duidelijk tegen de Iraakse soevereiniteit en de voorwaarden van het partnerschap met de Amerikaanse strijdkrachten in Irak ingingen.

De VS gingen nog verder en drongen de regio naar de rand van de oorlog door de adjunct-leider van de PMU, Abu Mahdi al-Muhandis, en zijn Iraakse gast, de Iraanse generaal-majoor Qasem Soleimani, op de luchthaven van Bagdad te vermoorden.

Na het mislukken van de verkiezing van Adnan al-Zurfi (een nauwe bondgenoot van Washington en vijandig tegenover Iran) om premier te worden, hebben de VS gereageerd. Politiek gezien zijn de VS, zoals in de voorbije jaren bij de selectie van de kandidaten voor het premierschap bleek, nooit te verlegen om druk uit te oefenen op hun politieke bondgenoten onder de Koerden en de soennieten om de nieuwe kandidaat premier uit te dagen. De keuze van Mustafa al-Kazemi, de voormalige directeur van de Iraakse inlichtingendienst die destijds door de voormalige pro-Amerikaanse premier Haider al-Abadi werd benoemd, lijkt niet helemaal de goedkeuring van Washington te krijgen. 

Al-Kazemi slaagde erin om de goedkeuring van de meeste sjiitische partijen te verkrijgen en ook geen bezwaar te krijgen voor de ministers die hij koos. Sayyed Muqtada al-Sadr drong echter aan op zijn recht om bezwaar te maken tegen de namen van de sjiitische ministers. Wat betreft de bondgenoten van Washington, de soennieten en de Koerden, zij verwierpen het verzoek van Al-Kazemi om zijn eigen kabinet te kiezen en drongen aan op hun quota en de selectie van hun ministers zelf. Al-Kazemi vertelde zijn naaste medewerkers dat hij dit beschouwt als een Amerikaanse boodschap die zijn inspanningen om een regering te vormen belemmert. De VS wilden duidelijk garanties voor ze het zwaard van de instabiliteit van de nek van Irak zouden halen.

Washington dicteerde schaamteloos zijn eisen aan de Iraakse autoriteiten: alle ondertekende overeenkomsten met China opzeggen, de PMF ontbinden door de brigades te versnipperen en integreren in het bestaande veiligheidsapparaat (Ministerie van Defensie en Binnenlandse Zaken). De VS wilden dat hun harde sancties werden toegepast op Iran en dat Mesopotamië zijn grenzen met de “Islamitische Republiek” zou sluiten om Teheran op die manier ertoe te dwingen de dominantie van de VS the erkennen Tot slot wilde Washington dat het Iraakse parlement zijn eerdere besluit om de Amerikaanse troepen uit het land terug te trekken teniet zou doen, zoals we hebben gezegd, een besluit dat grotendeels is genomen vanwege de moord op Abu Mahdi al-Muhandis en generaal-majoor Qassim Soleimani, op de luchthaven van Bagdad.

Amerika vertrouwt op de soennitische en sjiitische verschillen omdat de kloof tussen de Iraakse politieke partijen dieper is geworden. Volgens een besluitvormer op het kantoor van de premier heeft de VS vorige week, na de verkiezing van Kazemi, geprobeerd Adel Abdul-Mahdi – die categorisch weigerde – te commanderen dat hij aan de macht kon blijven als hij aan de eisen van Washington voldeed (de aanwezigheid vande VS troepen in Irak, het opzeggen van alle contracten met China, het ontmantelen van het PMF en het aansluiten bij de sancties tegen Iran).

Sommige sjiitische partijen zeggen dat ze luisteren naar het advies van de religieuze autoriteit in Najaf, Sayyed Ali Sistani, dat Adel Abdul-Mahdi ten val bracht.Sayyed Sistani’s eis dat Abdel Mahdi zou aftreden kwam na de eisen van de demonstranten om hervormingen door te voeren en een einde te maken aan de corruptie. De Marjaiya slaagde er niet in om, nadat hij Abdel Mahdi ten val had gebracht, er een vervolg aan te geven. Ook al was hij zich er ten volle van bewust dat de premier het corrupte systeem van de dominante en hebzuchtige politieke partijen van de afgelopen 15 jaar  heeft geërfd. 

De soennitische en Koerdische partijen zeggen dat ze een aandeel in het nieuwe kabinet willen en de Marjaiya in Najaf heeft geen gezag over hen. De soennieten zijn verdeeld over de voorzitter van het parlement, Mohammed al-Halbousi, die zelf de 6 soennitische ministers wil benoemen (11 voor de sjiieten, 4 voor de Koerden en 2 voor de minderheden) en daarmee geen ruimte laat voor zijn bondgenoot Khamis Khanjar al-Issawi, hoofd van de “Arabische As” partij. De Koerdische leider Masoud Barzani vroeg ook al om Fouad Hussein als minister van Financiën te behouden, ook al was overeengekomen dat er geen minister van de vorige regering in de huidige regering zou worden benoemd.  De moeilijkheden waarmee de nieuwe kandidaat Mustafa al-Kazemi wordt geconfronteerd, mogen dus niet worden onderschat.

Vertaald door Francis J.

Dit artikel is door vrijwilligers gratis in diverse talen vertaald zodat de lezers de inhoud zouden kunnen waarderen. Het artikel mag niet worden afgedekt door een betaalmuur. Ik wil mijn volgers en lezers bedanken voor het vertrouwen en de steun. Als je het apprecieert, voel je dan niet verveeld om desnnods met slechts 1 euro bij dragen en de site te helpen financieren. Je contributie, hoe klein ook, zal bijdragen aan de continuïteit ervan. Dank je wel.

Copyright © https://ejmagnier.com   2020 

[wpedon id=”2575″ align=”right”]