
Door Elijah J. Magnier:
Het uitlekken van het drie uur durende interview van de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Javad Zarif met de econoom en de Iraanse presidentiële adviseur Saeed Laylaz heeft in Iran en daarbuiten een storm doen ontstaan.. De binnenlandse reactie op het gesprek tussen de twee mannen – dat afgelopen maart plaatsvond en in een archief op het ministerie van Buitenlandse Zaken had moeten geborgen blijven – bracht zowel Zarif als president Hassan Rouhani in verlegenheid, die een onmiddellijk onderzoek gelastte. Helpt of schaadt het audiolek minister van Buitenlandse Zaken Mohamad Jawad Zarif en de regering van sjeik Rouhani? Heeft het lek zich voorgedaan in het kabinet van de president of op het ministerie van Buitenlandse Zaken terwijl de minister van Buitenlandse Zaken op rondreis was in Qatar en Irak? Het lek is zeker onthullend en de moeite waard om in enkele van de essentiële details te duiken.
Niets is toeval in Iran, en elke stap is er goed doordacht. Eén ding is zeker; het gaat volledig over het mislukken van de nucleaire deal, bekend als het “JCPOA” (Joint Comprehensive Plan of action), ondertekend door president Barack Obama in 2015 en eenzijdig herroepen door de Trump-regering in 2018. Het gaat ook over Zarifs populariteit en prestatie of gebrek aan prestatie terwijl hij het voor het zeggen heeft. Kwam de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken op voor zijn eigen belangen, voor die van de politieke lijn (pragmatici) waartoe hij behoort of voor die van Iran?
Het doel was om het falen van de huidige regering van president Rouhani te rechtvaardigen, dus koos Zarif ervoor om brigadegeneraal Qassem Soleimani die leiding gaf aan een “regering op het terrein” (een parallelle regering naast die onder leiding van president Rouhani), aan te pakken,. Veelbetekenend is dat de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken er niet voor koos om de regering van Donald Trump, die de nucleaire overeenkomst heeft herroepen, de schuld te geven. Maar, in tegenstelling tot wat werd gezegd in het lek wrd gezegd, herhaalde Zarif dat hij “wekelijks een ontmoeting had met Soleimani om te coördineren”.
In zijn hele gelekte gesprek was de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken gefocust op de nucleaire deal en uitte hij zijn bezorgdheid over zijn “populariteit die is gedegradeerd van 85% naar 60% en hoe Soleimani Zarif’s populariteit had overtroffen, die van 70% naar 90% was gestegen.” Dat betekent dat het Iraanse volk steunt wat Soleimani op het terrein presteert, ondanks de kritiek van Zarif. Zarif zei dat hij “de statistieken van de Universiteit van Maryland volgde” en wekte de indruk bezorgd te zijn over deze onuitgesproken concurrentiestrijd met Soleimani.
De Iraanse minister van Buitenlandse Zaken zei: “Het volk heeft gestemd voor deze president en regering (goedgekeurd door het parlement)”. De Iraanse minister was echter niet coherent, en niet in staat uit te leggen hoe de meeste Iraniërs de daden van Soleimani meer steunen dan de zijne. De regering van Rouhani heeft tijdens zijn mandaat geen enkele prestatie kunnen laten optekenen. De Iraanse diplomatie slaagde er niet in het isolement rond Iran te doorbreken. En de toenemende invloed van Iran in het Midden-Oosten was te danken aan militaire interventies georkestreerd door de IRGC, die de bondgenoten in het Midden-Oosten macht gaf en Iran in staat stelde een regionale macht te worden.
Zarif beweerde weinig inzicht te hebben in de gebeurtenissen in Syrië, de aanval op de VS-basis in Ayn al-Assad, en het neerhalen van het Oekraïense vliegtuig. Hij klaagde dat hij de laatste persoon was die op de hoogte werd gebracht van staatsaangelegenheden omdat het “terrein besliste”. Maar de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken bagatelliseert dat het mislukken van het JCPOA te wijten was aan zijn verkeerde inschatting van het gebrek aan inzet van het Westen. Zarif geloofde in de JCPOA en tekende een akkoord dat gebaseerd was op een instaiele basis die natuurlijk snel afbrokkelde. Toen president Barack Obama het akkoord ondertekende, gaf hij Iran een deel van zijn bevroren tegoeden terug en niets meer dan dat. Zarif kon het kapitaliseren als zijn prestatie. Het akkoord kabbelde voort tot de komst van Trump in het Witte Huis het uiteindelijk in duigen deed vallen.
“De nucleaire deal was het gevolg van de revolutie en de opofferingen van de tienduizenden martelaren. Het behoort niet toe aan minister Zarif. Sinds wanneer worden de successen van het terrein opgeofferd aan het succes van de diplomatie, alleen om het ministerie van Buitenlandse Zaken tevreden te stellen? Diplomatie is een middel, geen doel, en minister Zarif lijkt dit punt te hebben gemist. Intelligente diplomatie is gebaat bij succes op het terrein evóór de onderhandeling. Alleen door de winst van Iran en zijn bondgenoten op het terrein, en de prestaties van Qassem Soleimani, willen de VS en hun Europese en Arabische partners met Iran praten over zijn invloed in Palestina, Libanon, Syrië, Irak en Jemen,” aldus een besluitvormer in Teheran.
Het interview geeft aan hoe gefrustreerd de minister van Buitenlandse Zaken was en hoe voor hem de nucleaire overeenkomst, die als zijn verwezenlijking wordt gezien, van het grootste belang was. Toen het nucleaire akkoord werd gesloten, werd Zarif in Iran als een held ontvangen en werd er een standbeeld gegoten ter ere van zijn bekwame onderhandeling. Was het een prestatie van de pragmatici boven de hardliners? In het geheel niet. Sayyed Ali Khamenei was president tussen 1981 en 1989 en begreep hoe een staat functioneert. Toen Rouhani werd verkozen, stond Sayyed Khamenei zijn ministerie van Buitenlandse Zaken toe met de Amerikanen te onderhandelen. Toen de VS de overeenkomst herriepen, herhaalde Sayyed Khamenei tegen Zarif wat hij vóór de onderhandelingen had gezegd, namelijk dat de toezeggingen van het westen onbetrouwbaar waren. De Iraanse minister van Buitenlandse Zaken geloofde dat hij erop kon vertrouwen dat de Europeanen zich aan de deal zouden houden en het gat zouden opvullen. Sayyed Khamenei stond Zarif toe het te proberen, maar herhaalde dat de Europeanen bedrieglijk zijn, net als de Amerikanen. Nooit had de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken gedacht dat het Westen hem zou kunnen verraden.Zarif probeert zich altijd te gedragen als een besluitvormer, in vele omstandigheden. Vóór de laatste besprekingen in Wenen zei hij bijvoorbeeld dat Iran elke positieve stap van de VS met een soortgelijke stap zou beantwoorden. Sayyed Khamenei was onvermurwbaar over het te volgen beleid: er mochten in Wenen geen kleine stapjes tegelijkertijd worden gezet. Ofwel moesten alle sancties worden opgeheven, ofwel geen overeenkomst. Zarif werd teruggefloten en kreeg te horen
Subscribe to get access
Read more of this content when you subscribe today.
dat hij niet langer mocht improviseren in zijn onderhandelingsvaardigheden, hij moest een richtlijn volgen waarop geen wijzigingen mogen worden aangebracht.
Laten we aannemen dat het doel van het lekken van het interview was Zarif in diskrediet te brengen en hem te verwijderen uit de kring van betrouwbare besluitvormers. Afgaande op wat Zarif zei over zijn gebrek aan inzicht, betekent al dat hij niet was opgenomen in die kring. Zo lijkt Zarif – die in de uitgelekte audio zei dat Iran in 2015 troepen naar Syrië stuurde – tot op de dag van het interview voorbij te gaan aan het feit dat Iran al sinds de jaren negentig in Syrië aanwezig was en er nooit troepen heeft gehad, maar alleen militaire adviseurs, en dat het aantal schommelde tussen de 100 en 150. Bovendien was de brigadegeneraal Qassem Soleimani van de IRGC degene die president Vladimir Poetin overtuigde van de noodzaak om deel te nemen aan de oorlog in Syrië, door troepen van Iraanse bondgenoten aan te bieden om munt te slaan uit de veroveringen van de Russische luchtmacht. Rusland stuurde de eerste jaren geen troepen naar Syrië, maar slechts een kleine strijdmacht om zijn lucht- en marinebases te beschermen.
Bovendien was Rusland niet van plan heel Syrië te bevrijden toen het zich in de oorlog engageerde. Het wilde kleine en snelle veroveringen doen om de oorlog te stoppen en een overeenkomst met de VS te sluiten. De weigering van de VS om een overeenkomst met Rusland te sluiten, zette zijn strijdkrachten ertoe aan samen te werken met Iran en zijn bondgenoten om de strijd voort te zetten. De Syrische arena was zeer dynamisch en veranderde steeds. Zarifs onwetendheid over de gang van zaken in Syrië is verrassend. Dit bevestigt ook zijn beperkte toegang tot informatie.
Zarif heeft altijd met Sayyed Ali Khamenei gesproken over zijn mening over zaken die met het westen te maken hebben, voornamelijk de relatie met Europa en de VS. Hij zou erin geslaagd zijn ingrijpende veranderingen in Iran door te voeren als Trump en Pompeo niet krachtig – en dwaas, vanuit hun standpunt – hadden bijgedragen tot de verzwakking van Zarif en Rouhani en de pragmatici. Het succes van Zarif in de JCPOA zou de pragmatistische meerderheid zonder problemen naar het parlement en het presidentschap in 2021 hebben gevoerd.
Bovendien wilden Rouhani en Zarif bij meerdere gelegenheden de financiële steun aan de bondgenoten van Iran verminderen. Sayyed Khamenei en Soleimani blokkeerden deze verlagingen. Zarif had ook geen informatie over wat de IRGC in Syrië en Irak deed. Het ministerie van Buitenlandse Zaken werd niet ingelicht over tactische details (die zeer belangrijk zijn) maar alleen over het grotere geheel.
Misschien had de IRGC een punt: een Iraanse politieke commentator verscheen op een aan de IRGC gelieerd staatstelevisiekanaal en beschuldigde iemand in de regering van Rouhani (Jawad Zarif) ervan de VS te hebben geïnspireerd om generaal Qassem Soleimani te vermoorden. Dit insinueert dat Zarif misschien onvrijwillig te veel informatie aan de Amerikanen heeft verstrekt: “als de suggestie dat Soleimani het obstakel was voor de relatie tussen Iran en de VS via Zarif aan de Amerikanen werd overgebracht, zou dat de meest buitengewone uitnodiging tot moord zijn geweest.”
De commandant van de Quds-Brigade was inderdaad een beslisser op het terrein, die in staat was zijn bondgenoten binnen enkele uren van al hun behoeften te voorzien en de militaire capaciteit van Iran via enkele telefoongesprekken bij te stellen. Daarom is men het erover eens dat Iran met de moord op Soleimani een zware slag kreeg toebedeeldt.
Zarif leek de Iraanse nationale veiligheid ernstig te hebben geschaad en was niet voorzichtig met wat zijn vriend en tegenhanger, John Kerry, onthulde. De minister van Buitenlandse Zaken vertelde de wereld over hoe de binnenlandse Iraanse luchtvaartmaatschappij Iran Air werd gebruikt door de IRGC om zes vluchten per dag uit te voeren om militaire redenen. Hij zei ook dat Kerry deze informatie doorgaf, waarmee hij de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken ontmaskerde als iemand die geheime informatie lekt aan een niet-vriendelijk land en minister van Buitenlandse Zaken. Ook onthulde Zarif dat Israël 200 Iraanse doelen in Syrië heeft gebombardeerd, terwijl Teheran nooit een directe treffer op zijn posities heeft erkend. Deze onthullingen getuigen niet van het professionalisme dat van een Iraanse minister wordt verwacht. Het brengt de nationale veiligheid van Iran in gevaar en stelt zijn Amerikaanse ambtgenoot John Kerry bloot aan vragen in zijn thuisland. Zarif beging nog een andere fout door te zeggen dat “veiligheidspersoneel het ministerie van Buitenlandse Zaken controleert”, waarmee hij bijvoorbeeld de Amerikaanse bewering bevestigde dat de Iraanse ambassadeur in Jemen Hasan Irlu een IRGC-officier is.
Iran bevond zich in een niet verklaarde door Doleimani geleide oorlog met de VS, Israël en zijn Arabische buren. Soleimani stond voor deze uitdagingen, nog afgezien van de lange lijst van gecompliceerde relaties met de bondgenoten van Iran, voornamelijk in Irak, en de gevoelige situatie in Syrië met Rusland. Er wordt dan ook aangenomen dat er voor niemand in de Islamitische Republiek tijd was om zich te bekommeren om de bevoegdheden van Zarif.
Sommige leden van het Iraanse parlement zouden overwegen een spoedzitting bijeen te roepen en een beroep te doen op artikel 234 om de minister van Buitenlandse Zaken Jawad Zarif af te zetten wegens het onthullen van informatie in verband met de nationale veiligheid. Volgens bronnen in Teheran is het echter onwaarschijnlijk dat dit zal gebeuren omdat de regering nog maar een paar weken aan de macht is.
Sayyed Ali Khamenei heeft de lat hoog gelegd: niets zal worden aanvaard, maar het JCPOA van 2015 zonder wijzigingen en de uitvoering ervan moeten worden bevestigd. Dat betekent dat als de deal ergens in de komende maand mei wordt ondertekend, Iran enkele maanden nodig heeft om ervoor te zorgen dat de VS alle sancties opheft en de bevroren Iraanse gelden terug zijn. Daarom zal dit niet tellen als een overwinning voor de pragmatici bij de komende presidentsverkiezingen deze zomer, omdat de regering van Rouhani naar verwachting eerder zal aftreden.
De heer Zarif wilde de luisteraars doen geloven dat de IRGC de JCPOA wilde saboteren, die van start ging toen president Ahmadinejad aan de macht was. De ondertekening in 2015 en de besprekingen in Wenen in 2021 zouden echter nooit hebben plaatsgevonden zonder de consensus van Sayyed Khamenei. Het opheffen van de sancties is een nationaal strategisch verzoek. Iran wil graag onderhandelen over de teruggave van zijn bevroren rijkdommen en het opheffen van alle sancties in ruil voor een kernbom die het in de eerste plaats niet wil bouwen.
You must be logged in to post a comment.