Saoedi-Arabië wordt niet geconfronteerd door Libanon maar door Iran en de mogelijke val van Ma’rib 

Geschreven door – Elijah J. Magnier:

Vertaald door – Francis J.

Saudi-Arabië, Bahrein, Koeweit en de Verenigde Arabische Emiraten hebben de Libanese ambassadeurs het land uitgezet, hen 48 uur de tijd gegeven om te vertrekken en hun respectieve ambassadeurs uit Beiroet teruggeroepen. Het voorwendsel was een interview van een erkende journalist, George Kordahi, een maand voordat hij tot de nieuwe minister van Informatie in de regering van premier Najib Mikati werd benoemd.

Tijdens het interview had Kordahi gezegd: “De Saudische oorlog is zinloos en de Houthi’s verdedigen zich tegen een externe agressie waarbij de door Saudi-Arabië geleide coalitie huizen, dorpen, begrafenissen en bruiloften bombardeert”. 

 De krachtige reactie van de Samenwerkingsraad van de Golf (GCC) kan onzinnig en misplaatst lijken. De reden gaat echter veel verder dan de kwestie van de mening van een journalist: Saudi-Arabië meent druk te moeten uitoefenen op de bondgenoot van Iran in Libanon omdat het probeerde Teheran ervan te overtuigen de opmars van de Ansar Allah Houthi’s naar de olierijke en strategische stad Ma’rib in Jemen te stoppen; een poging die mislukte. Aldus verlegden de Saoedi’s hun pijlen naar de Libanese regering en de schuld te geven aan de bondgenoten van Hezbollah, de naaste verwanten van Iran.

Iran en Saudi-Arabië hebben vier gespreksronden gehouden in de Iraakse hoofdstad Bagdad, waarbij de Saudische onderhandelaars herhaaldelijk het verzoek formuleerden om Ansar-Allah (Houthi’s) ervan te doen afzien de stad Ma’rib in te nemen. Maar de onderhandelingspositie van Iran is constant: zij onderhandelen niet namens een land of een groepering die in staat is hun zaak te verdedigen. De Iraanse onderhandelaars concentreerden zich op het heropenen van de respectieve ambassades die sinds 2016 waren gesloten of de consulaten om mee te beginnen, alvorens over te gaan tot het opnieuw opbouwen van het lange en uitdagende pad van vertrouwen tussen de twee landen. Iran stelde echter voor dat Saoedi-Arabië een algemeen staakt-het-vuren zou afkondigen en de blokkade van de luchthaven van Sanaa en de haven van Hudeidah zou opheffen om de terugkeer naar de normaliteit te bekrachtigen.

Iran probeerde niettemin te bemiddelen met de Houthi’s. De Ansar Allah reageerden positief door de overname van Ma’rib te vertragen, maar alleen om verder bloedvergieten te voorkomen en de lokale stammen ervan te overtuigen een onnodige strijd te vermijden. Gedurende die tijd ging de door Saoedi-Arabië geleide coalitie door met het bombarderen van doelen rond Ma’rib en andere door de Houthi’s gecontroleerde gebieden. Dat agressieve gedrag noopte de Iraanse onderhandelaars in Bagdad ertoe tot zeven uur besprekingen met hun Saoedische tegenhangers over Jemen en andere aangelegenheden van gemeenschappelijk belang, zonder tot enig substantieel resultaat te komen. Beide partijen zijn vertrokken met de afspraak om comités te vormen die te gelegener tijd een vervolg zullen geven aan de besproken aangelegenheden. Iran toonde weinig interesse in de Saoediërs gerust te stellen over Jemen en liet doorschemeren: “de Libanese secretaris-generaal van Hezbollah, Sayed Hassan Nasrallah, heeft meer invloed op de Houthi’s dan Iran”.

Saoedi-Arabië reageerde door de Libanese bank die in handen is van Hezbollah, de vereniging al-Qard al-Hassan, als terroristische entiteit te classificeren.  Riyad heeft zijn steun aan vele machtige Libanese soennitische groeperingen opgezegd omdat zij er niet in slaagden stand te houden tegenover Hezbollah. De Saoedi’s hebben hun steun aan de meeste lokale soennitische politieke leiders ingetrokken en hebben hun geld en steun omgeleid naar een pro-VS pro-Israëlische rechtse christelijke groepering onder leiding van Samir Geagea. Een dergelijke alliantie is hopeloos, heeft geen strategische betekenis en creëert geen invloedrijke Saoedische bondgenoot in Libanon. De kleine groep van Geagea maakt immers geen schijn van kans tegen de macht van Hezbollah in Libanon, die geen handschoenen gebruikt bij de confrontatie met de christelijke rechtse leider en zijn milities.

Sorry! This product is not available for purchase at this time.

Subscribe to get access

Read more of this content when you subscribe today.

Advertisements
Advertisements
Advertisements