Israël opent het vuur op de “Palestijnse Islamitische Jihad” om zich te onderwerpen aan Hezbollah

Geschreven door – Elijah J. Magnier:

Vertaald door – Francis Jorissen

De Israëlische premier Yair Lapid was van plan om te laten zien dat hij de belediging van het “Zwaard van Jeruzalem“, toegebracht aan zijn politieke tegenstander, voormalig premier Benyamin Netanyahu, vorig jaar, niet kon tolereren. 

Lapid begon zijn korte ambtstermijn met het doden van “PIJ” (Palestijnse Islamitische Jihad) veldcommandanten en het scheppen van de electorale voorwaarden voor de aanstaande verkiezingen van de Knesset. Vervolgens achtte hij het onproductief en schadelijk om de strijd die hij aanvankelijk had ontketend, voort te zetten uit vrees voor de verliezen die dat zijn partij en de Israëli’s zou kunnen berokkenen. Israël meent dat het meerdere doelen heeft bereikt en geen schade zal ondervinden van het doen van beloftes aan regionale en internationale bemiddelaars om de strijd te staken, vooral omdat het zijn beloften of toezeggingen niet nakomt. 

Israël heeft zich niet vergist in zijn oordeel om de Palestijnse Islamitische Jihad op het slagveld uit te dagen om te tonen dat het niet bang is voor oorlog ter voorbereiding van het aanbieden van concessies aan de Libanese Hezbollah. De Israëlische Eerste Minister heeft echter een kritieke invalshoek verwaarloosd: Israël – dat zichzelf beschouwt als het beste en machtigste leger in het Midden-Oosten met enorme militaire en technologische mogelijkheden – heeft zijn vrees geuit dat Hamas zou deelnemen. Het zou vechten tegen een kleine organisatie die er na bijna drie dagen van gevechten niet in slaagde te verlammen.

Wat hebben de Israëlische en de “Palestijnse Islamitische Jihad” erbij gewonnen of verloren?

Bij de strijd van Israël tegen de Palestijnse Islamitische Jihad in Gaza vielen 43 doden, waarvan 16 kinderen en 320 gewonden. Om een totale oorlog met meer dan één Palestijnse groepering te vermijden slaagde Israël erin de “Hamas”-beweging  en haar aanzienlijke militaire macht uit de strijd met de Palestijnse Islamitische Jihad te houden terwijl het hooggeplaatste Palestijnse Islamitische Jihad-leiders doodde. De leiders van Hamas werden geconfronteerd met de optie van een open oorlog als zij tussenbeide zouden komen of een kleine strijd die de Gazastrook niet veel zou kosten, zoals in 2021 gebeurde tijdens de elf dagen durende slag om het “Zwaard van Jeruzalem”. Israël weet dat Gaza niet hersteld is van de laatste oorlog, dat de voedsel- en gezondheidszekerheid op een dieptepunt staan, dat de infrastructuur beschadigd is en vernielde woningen tot op vandaag niet volledig hersteld of herbouwd zijn (slechts 50%), en dat het werkloosheidsniveau de 65% heeft bereikt.

Daarom beschouwt Israël zichzelf als een tactische overwinnaar, die de strijd in slechts enkele dagen heeft beëindigd om verdere menselijke of materiële verliezen te voorkomen. Als de oorlog langer had geduurd, zou de Israëlische economie zwaar hebben geleden, en zouden miljoenen Israëli’s bij de Gazastrook meer dagen in hun schuilkelders hebben moeten doorbrengen. De Gazastrook is de afgelopen dagen het doelwit geweest van honderden raketaanvallen. De raketten van de Islamitische Jihad veranderden het gebied in een straal van 65 km in spooksteden en dwongen de bewoners te vluchten of te schuilen. Israël zei dat het de nederzettingen niet kon beschermen en beval de mensen hun huizen te evacueren.

Israël nam het initiatief tot de agressie. Het vermoordde de Palestijnse Islamitische Jihad-leiders die verantwoordelijk waren voor het militaire commando in het noorden (Taysir al-Jabari) en het zuiden (Khaled Mansour) van de Gazastrook. Israël meende dat de Palestijnse Islamitische Jihad niet in staat was terug te slaan en zou aarzelen om militair te reageren. Niettemin vertoonde Israël na 55 uur strijd tekenen van zwakte en gebrek aan bereidheid om een lange strijd te doorstaan en haastte het zich om Egypte, Qatar en de Verenigde Naties om te bemiddelen voor een wapenstilstand. 

Israël heeft zijn databank van doelwitten opgebruikt en heeft op de eerste dag van de strijd geen doelwitten meer om te treffen. Het is er niet in geslaagd het commando- en controlecentrum van de Palestijnse Islamitische Jihad te vernietigen en het heeft ervoor gezorgd dat het Hamas niet provoceerde of andere doelen dan die van de Palestijnse Islamitische Jihad als doelwit heeft genomen. Het is algemeen bekend dat het moordbeleid er nooit in is geslaagd een verzetsgroep lam te leggen. Daarom was het in het belang van de Israëlische premier om de strijd te beëindigen en beloften te doen aan de Egyptische bemiddelaar, ook al staat Tel Aviv erom bekend dat het zijn beloften niet nakomt. 

Subscribe to get access

Read more of this content when you subscribe today.

Egypte onderhandelde reeds enkele dagen voor het begin van de strijd met Israël en de Palestijnse Islamitische Jihad om de belegering van Gaza op te heffen en de spanning te verminderen na de ontvoering van Palestijnse Islamitische Jihad-leider sjeik Ghassan al-Saadi in het kamp van Jenin begin vorige week. Tijdens de onderhandelingen bedroog Israël Egypte door al-Jaabari te vermoorden, wat de Palestijnse Islamitische Jihad-vergelding uitlokte.

Israël heeft weinig begrip voor de inwoners van de Gazastrook. Het meent dat die bestaat uit een aantal Palestijnse vluchtelingenkampen die het gemakkelijk kan isoleren en aanvallen, Palestijnse verzetsleiders kan doden om hun wil te breken en de bevolking uit te hongeren wanneer het dat nodig acht. Daarom kijkt Tel Aviv neer op de Gazastrook, maar werkt het graag samen met de Palestijnse Autoriteit op de Westelijke Jordaanoever, waarmee het relatief stabiele betrekkingen onderhoudt. 

De Palestijnse president Mahmoud Abbas keert zich krachtig tegen het gewapende Palestijnse verzet en werkt op veiligheidsgebied samen met Israël. Hij wijst een Palestijnse eenheid met de Gazastrook of nieuwe verkiezingen om hem van de macht te ontdoen die hij al 17 jaar in handen heeft, af. De Palestijnse Autoriteit heeft sinds de Top van Madrid in 1991 of de Oslo-akkoorden in 1993 nooit één centimeter van haar grondgebied teruggewonnen. Integendeel, Israël is langzaamaan meer Palestijns grondgebied op de Westelijke Jordaanoever en in Jeruzalem aan het afknabbelen.

De herhaalde en voortdurende schendingen van de mensenrechten en de internationale wetten door Israël zouden niet mogelijk zijn geweest zonder de onvoorwaardelijke steun van het Westen en het door westerse leiders herhaalde discours dat Tel Aviv “het recht heeft zich te verdedigen”. Westerse landen geven onvoorwaardelijke materiële, militaire en inlichtingensteun aan Israël, waardoor het miljoenen mensen in de Gazastrook kan isoleren en zonder tegenstand land kan veroveren voor de bouw van illegale nederzettingen. Dit helpt de machthebbers in Tel Aviv om de rechten van de Palestijnen te negeren en hen over land, door de lucht en van op zee te belegeren. Israël sluit de enige twee grensovergangen van en naar Gaza telkens wanneer de Israëlische politieke leiders daartoe besluiten. Tel Aviv neemt zijn toevlucht tot bemiddeling wanneer het in moeilijkheden verkeert en wanneer het er niet in slaagt een snelle overwinning te boeken die de Israëlische leiders nodig hebben in hun verkiezingen of om hun populariteit te ondersteunen ten koste van Palestijnse levens.

Met deze laatste episode in de strijd heeft Israël een deel van de aandacht van de wereld getrokken toen het Westen in beslag werd genomen door de oorlog tegen Rusland en zich voorbereidde op een nieuwe strijd met China. De boodschap van Israël zou ook kunnen worden gericht aan het nucleaire akkoord met Iran, dat als ongeschikt en tegen Israëls belang wordt beschouwd. Israël hoopt een slag toe te brengen aan de bondgenoot van Iran, de Islamitische Jihad in Gaza, met een boodschap aan het westen dat de mogelijkheid om Teheran te verzwakken zonder zich aan het land te onderwerpen uit angst voor zijn nucleaire programma, haalbaar is. Niettemin versterkte de strijd de Palestijnse Islamitische Jihad, die zonder Hamas tegenover Israël stond, en het versterkte haar populariteit in Gaza. Iran ontving de secretaris-generaal van de Palestijnse Islamitische Jihad, Ziad al-Nakhala, enkele dagen voor de moord op zijn veldcommandant in Gaza, Taysir al-Jaabari.

 De huidige leiders van Israël hebben hun kiezers laten zien dat zij niet aarzelen om de strijd aan te gaan als dat de nationale veiligheid ten goede komt, ook al heeft de moord op al-Jaabari weinig veranderd aan de capaciteiten van de Palestijnse Islamitische Jihad. Het aanvaarden van het akkoord met Libanon uit vrees voor de dreiging van de machtige Hezbollah (uitgerust met 150.000 raketten en bewapende drones) betekent dan ook niet de lafheid van de Israëlische leiders. Integendeel, het zou een inschatting van de situatie zijn die de belangen van Israël niet schaadt, vooral als een oorlog wordt vermeden en op voorwaarde dat elk besluit van de Israëlische regering niet lijkt voort te komen uit de onwil van Israëlische functionarissen om de confrontatie met Hezbollah aan te gaan.

Wat de Islamitische Jihad betreft, deze heeft vastgesteld dat zij, ondanks haar geringe omvang, 330 raketten per dag kan afvuren (tijdens de confrontatie van vorig jaar werden er dagelijks 360 afgevuurd door alle Palestijnse groepen, samen, Hamas inbegrepen) en in Israël dagenlang verlamming kan veroorzaken. De Palestijnse Islamitische Jihad werkte in op het Israëlische bewustzijn om te insinueren dat het onveilig was om in bezet gebied te verblijven en dat het land die zij bezet onder de naam Palestina geen plaats is om te wonen.

De Palestijnse Islamitische Jihad-raketten maakten de Israëli’s duidelijk dat geen enkele plaats veilig is, zelfs niet voor de volgende generatie. De bewering van Israël dat het de afschrikking heeft hersteld na de slag van het “Zwaard van Jeruzalem” bevestigde zijn onvermogen om de kolonisten te beschermen, zelfs na zeventig jaar bezetting. De Palestijnse Islamitische Jihad slaagde erin de belegering van en de sancties tegen Gaza op te laten heffen en de grensovergangen te heropenen, waardoor de brandstofstroom weer volledig op gang kwam. 

Het Palestijnse verzet toonde aan dat de Palestijnse zaak niet beperkt is tot Gaza, maar een nationale dimensie heeft. De Palestijnse Islamitische Jihad verzocht om de vrijlating van de gevangene Khalil Al-Awadeh (van de Westelijke Jordaanoever) en bevestigde daarmee de band die alle Palestijnse fronten met elkaar verbindt. Ook vroeg zij Israël om sjeik Ghassan al-Saadi vrij te laten, een Palestijnse Islamitische Jihad-gevangene die in het Palestijnse kamp van Jenin was gearresteerd terwijl Egypte onderhandelde over een wapenstilstand tussen Israël en de Palestijnse Islamitische Jihad.

Aldus ging Israël achter bemiddeling aan om een militaire confrontatie met een kleine factie te stoppen. Israëls vijanden en bondgenoten kijken toe en evalueren het niveau dat Israël heeft bereikt in vergelijking met zijn vijanden, die het in de toekomst zullen durven uitdagen. Dit bevestigt dat Israël een samenleving is die is gebouwd op een leger waarvan het credo oorlog en strijd is, geen vrede, en de diefstal van Palestijns land, geen co-existente. Het meedogenloos doden van burgers wordt toegestaan omdat de internationale gemeenschap medeplichtig en onwetend is. Het is een van die gevechten die vroeg of laat eindigen met een staakt-het-vuren (maar niet met een duurzame vrede) totdat de tijd voor de volgende strijd aanbreekt. De militaire prestaties van Israël wijzen erop dat een oorlog met Hezbollah onwaarschijnlijk is, en een Israëlische oorlog in Iran is ondenkbaar. De broosheid van het Israëlische binnenlandse front belet Israël om op enig moment in de toekomst de confrontatie met een machtige vijand aan te gaan.

Advertisements
Advertisements
Advertisements