
Geschreven door – Elijah J. Magnier:
Vertaald door – Francis J.
Soedan brengt Eid al-Fitr door te midden van wapengekletter en het geluid van dodelijke belegeringen, omdat de twee generaals vastbesloten zijn om de onvermijdelijke oorlog door te zetten. Het voortdurende conflict tussen de generaals Abdel Fattah al-Burhan en Muhammad Hamdan Dagalo (Hemedti) is zodanig geëscaleerd dat het nu als een nieuwe staatsgreep wordt beschreven. Ondanks talrijke pogingen om de gevechten tussen de twee te stoppen, is het duidelijk geworden dat dit voor beide partijen een strijd is om te overleven en om hun lot, en dat het land beide generaals niet kan in toom kan houden. Een duurzame en stabiele overeenkomst is niet waarschijnlijk, hoe invloedrijke regionale of internationale actoren ook proberen in te grijpen om de gevechten te stoppen.
De rol van de VN lijkt te zijn lamgeslagen en haar 3000 officieren en medewerkers in Soedan zitten in het kruisvuur. Veel van haar eigendommen zijn geplunderd en een deel van haar personeel is gedood. Meer dan 55 van haar 78 ziekenhuizen in een land met 45 miljoen inwoners zijn ernstig beschadigd. De gevechten hebben de burgers verrast en in een staat van beleg gebracht, met alle gevolgen van dien voor de gezondheidszorg. Opgeslagen medicijnen dreigen beschadigd en verloren te gaan door stroom- en wateronderbrekingen en het gebrek aan medisch personeel, dat zich niet kan verplaatsen omdat beide partijen het staakt-het-vuren niet respecteren.
Het land kan de last van de oorlog niet dragen: zeven miljoen kinderen zijn verstoken van basisvoorzieningen. Volgens de Verenigde Naties leven ten minste 16 miljoen mensen in extreme armoede en hebben zij behoefte aan voedsel en medicijnen. De maandelijkse inflatie bedraagt 200%, waardoor de waarde van aankopen wordt uitgehold, en de prijs van brood is vertienvoudigd.
Hoewel in dit conflict verschillende pogingen tot een staakt-het-vuren zijn ondernomen, zijn ze allemaal mislukt, zoals vaak het geval is wanneer machtige actoren vechten. Er zij op gewezen dat dit conflict geen burgeroorlog is, aangezien het gaat tussen twee generaals die om het leiderschap strijden. Toch kunnen buitenlandse landen de overhand hebben bij het opleggen van een tijdelijk staakt-het-vuren als het nodig wordt hun onderdanen te evacueren uit het hevige vechten in de hoofdstad Khartoem en andere brandhaarden in het land.
Hemedti is de commandant van de Rapid Support Force, de machtigste paramilitaire groep in Soedan, die als aanvulling op het leger opereert. Hij heeft geen formele opleiding genoten en maakt geen deel uit van het politieke establishment van Khartoem. Hij kreeg de titel van generaal voor zijn rol in de Janjaweed-brigade tijdens de oorlog van 2003-2005 in Zuid-Darfur. Hemedti bouwde zijn RSF-troepen uit met een vloot pick-up trucks uitgerust met zware machinegeweren om in 2015 in Darfur te vechten. Generaal Omar al-Bashir, die het land bijna 30 jaar leidde, behandelde hem als een zoon. Als Hemedti, de tweede man van het land, die zich verzet tegen de integratie van zijn naar schatting 50.000 man in het leger, zijn troepen zou zien opgaan in het leger, zou dat het einde betekenen van zijn dominantie in Soedan. Hij ziet al-Burhan als het einde van zijn rol en wil het land onder zijn bevel brengen.
Sinds de onafhankelijkheid in 1956 heeft Soedan verschillende staatsgrepen meegemaakt. De eerste vond plaats in 1958, toen luitenant-generaal Ibrahim Abboud en een groep officieren in opstand kwamen tegen een coalitieregering, wat leidde tot een vier jaar durende volksrevolutie. In 1969 pleegde een groep officieren onder de naam Al-Ahrar (Vrije Officieren) onder leiding van Jaafar al-Numeiri een succesvolle staatsgreep. In 1971 deed de officier Hashem al-Atta een couppoging, die mislukte nadat Numeiri door ingrijpen van buitenaf weer aan de macht was gekomen.
Subscribe to get access
Read more of this content when you subscribe today.
You must be logged in to post a comment.