
Geschreven door – Elijah J. Magnier:
Vertaald door – Francis J.
In Frankrijk is geweld opgelaaid na de moord op Nahel Marzouk, een Frans-Algerijns-Marokkaanse jongen, door een politieagent. Het incident vond plaats toen Marzouk, die geen rijbewijs had, na een woordenwisseling met de politie wegreed en hun bevel om uit te stappen negeerde. In de eerste verklaring van de twee agenten werd ten onrechte beweerd dat hun leven in gevaar was, maar later dook er videobewijs op die de waarheid aan het licht bracht. Hierop was te zien dat een van de agenten zonder gegronde reden schoten afvuurde, wat leidde tot de arrestatie van de agent op beschuldiging van moord met voorbedachten rade, liegen en het gebruik van buitensporig geweld. De bekendmaking van dit wangedrag bracht de oorspronkelijke verantwoording van de politie voor de moord in diskrediet.
Niettemin braken er rellen uit in verschillende steden, vooral in de voorsteden, waar winkels, scholen, openbare gebouwen en 2500 auto’s opzettelijk in brand werden gestoken. In verschillende steden in Frankrijk werden ook meerdere winkels geplunderd. Als reactie hierop zette de Franse president Emmanuel Macron 45.000 van de 240.000 politieagenten van het land in om de orde te herstellen, wat resulteerde in meer dan 1.000 arrestaties. De vraag blijft echter: Wat zijn de onderliggende factoren achter deze gebeurtenissen en waarom heeft de chaos zich verspreid naar meerdere steden? Wat voedt de woede in de Franse straten?
Europa ziet zijn gemeenschappelijke waarden als een maatschappij die wordt gekenmerkt door integratie, tolerantie, rechtvaardigheid, solidariteit, broederschap en non-discriminatie, waar gelijkheid voor de wet en respect voor de menselijke waardigheid voorop staan. Het Handvest van de Europese Unie garandeert individuele rechten, waaronder vrijheid van gedachte, religie, vergadering, meningsuiting en informatie, evenals respect voor het privéleven en persoonlijke vrijheden.
Deze ideale beginselen die de Europese identiteit definiëren zijn echter slechts woorden op papier geworden, die selectief en afhankelijk van de omstandigheden worden toegepast. Het blijven ambities waar de Europese samenleving naar verwijst. Het is onmogelijk om een samenleving op te bouwen waarin leiders de lokale en internationale wetten of de principes die ze belijden niet respecteren.
De gebeurtenissen in Frankrijk zijn nauw verbonden met de ongelijkheid in de “Franse Republiek”, die tot uiting komt in sociale en economische verschillen. De arbeiderswijken, gewoonlijk de voorsteden genoemd, zijn zwaar onder vuur komen te liggen. De media schilderen deze gebieden af als wetteloos, geteisterd door onveiligheid en geweld sinds de jaren 1980 en 1990. Als gevolg daarvan heeft het veiligheidsdiscours zich vaak op deze gebieden gericht, te beginnen met de rellen in Lyon in de zomer van 1981. Sindsdien worden de voorsteden gezien als een “groeiend sociaal probleem”. Verschillende factoren hebben bijgedragen aan deze perceptie, waaronder de controverse over de islamitische hoofddoek in 1989, de opkomst van Al Qaida, de Charlie Hebdo-aanslagen waarin de islamitische religie en haar profeet werden beledigd, en de rellen in 2005, 2006 en 2007 waarin “anti-republikeinse” sentimenten tot uiting kwamen.
Subscribe to get access
Read more of this content when you subscribe today.
De rechtse partijleider van Le Pen, Sébastien Chenu, zei: “Als Algerije zich zorgen maakt over zijn onderdanen in Frankrijk, kan het ze terughalen”. Het extreemrechtse verhaal versterkt het beeld van deze voorsteden als problematisch door de onveiligheid te benadrukken die wordt veroorzaakt door ‘massamigratie’. De extreemrechtse partij schildert de buitenwijken af als “in oorlog met de staatsmacht” en een vogelvrij “epicentrum van terreur”. Ook de politievakbonden die verbonden zijn aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken pleiten voor een “staat van oorlog” en beweren dat alle middelen moeten worden ingezet om veiligheid af te dwingen.
Als gevolg daarvan hebben lokale autoriteiten de aanwezigheid van de politie in deze gebieden opgevoerd. Sinds 2017 mogen veiligheidsagenten ook dodelijk geweld gebruiken als ze het gevoel hebben dat hun leven in gevaar is tijdens het uitvoeren van hun taken.
Franse onderzoekers hebben opgemerkt dat er onevenredig zware boetes en gevangenisstraffen worden opgelegd aan bewoners van de voorsteden, vooral aan mensen van Afrikaanse en Arabische afkomst die nochtans de Franse nationaliteit bezitten. Dit heeft geleid tot overbevolking in de gevangenissen.
Premier Elizabeth Borne gaf het bevel om honderden gepantserde voertuigen in te zetten tijdens de vierde nacht van de volksacties om een krachtige reactie van de staat te tonen. De maatregel portretteerde de Franse staat als een politiestaat in plaats van een democratie, een echo van de aanpak tijdens de gele hesjes protesten in de jaren daarvoor. President Emmanuel Macron reageerde op de onrust door sociale mediaplatformen de schuld te geven van het aanzetten tot de rellen en op te roepen tot een grotere aanwezigheid van de politie en een confrontatie met de demonstranten.
In plaats van de problemen binnen de Franse samenleving democratisch aan te pakken, zoals Europa beweert als prioriteit te stellen, tonen de acties van de Franse Republiek een vastberadenheid om haar controle over de straten te bewijzen en veiligheid prioriteit te geven boven het vinden van een gemeenschappelijke raakvlak. Deze belangenvermenging tussen een woedend deel van de bevolking en het heersende staatsapparaat verergert de situatie alleen maar.
President Macron gaf zelf toe dat het volk hem niet heeft gekozen omdat hij voor hen de beste keuze was. De Franse kiezers hebben extreemrechts, vertegenwoordigd door Marine Le Pen, afgewezen. Het is dan ook niet verrassend dat er een grote kloof gaapt tussen de aspiraties van het Franse volk en hun leider bestaat. Deze kloof is duidelijk zichtbaar in de besluitvorming van Macron, die vaak democratische processen omzeilt. De pensioenwet werd bijvoorbeeld goedgekeurd door de regering nadat deze niet in stemming was gebracht in het parlement uit angst te worden verworpen door de meerderheid, omdat een aanzienlijk deel van de Franse bevolking er ook tegen was. had ingetrokken.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de staat minder aandacht besteedt aan interne kwesties zoals de problemen van de Parijse voorsteden en de andere tientallen gebieden zoals Lyon, Marseille, Nantes en Lille die te maken hebben gehad met rellen. In plaats daarvan richt de staat zich op internationale kwesties, zoals haar betrokkenheid bij de oorlog in Oekraïne tussen de Verenigde Staten en Rusland, een situatie waarbij noch Frankrijk noch Europa direct betrokken zijn en die de inflatie in heeft aangewakkerd, de euro heeft gedevalueerd en de elektriciteits-, gas- en voedselprijzen heeft doen stijgen. Deze afleidingsmanoeuvre gaat voorbij aan de economische cohesie die met Rusland zou kunnen worden bereikt, vergelijkbaar met de eenwording van het Europese continent tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen meer dan 24 miljoen Russische burgers hun leven opofferden om de dreiging van Duitsland voor Europese landen, met name Frankrijk, tegen te gaan.
Als gevolg hiervan heeft Frankrijk nog steeds geen allesomvattende oplossing gevonden voor de voortdurende problemen in de Parijse voorsteden en andere getroffen gebieden. In plaats van te streven naar rechtvaardigheid, gelijkheid en broederschap, het motto van de Franse Republiek, weerspiegelen de acties en het beleid van de staat een falen in het handhaven en respecteren van de inkt-op-papier Europese principes die verondersteld worden het continent te sturen en te verenigen. De focus op de voorsteden moet niet worden gezien als een geïsoleerd lokaal probleem, maar eerder als een symptoom van de afwezigheid van deze principes op ruimere Europese schaal.
You must be logged in to post a comment.